Tekst & uitleg was een eindexamenwerk voor de Interfaculteit Beeld & Geluid van het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Er was meer beeld dan geluid. En tekst, die weer geluid werd, en andersom.
Er klonk een gesprek tussen drie mensen: taalkundige Arie (Verhagen), vertaler Rokus (Hofstede) en schrijver Oscar (van den Boogaard).
Je hoort ze spreken over hoe je met woorden dingen maakt. Aangezien je tegelijkertijd kunt horen hoe zij zelf met woorden dingen maken, wordt de relatie tussen wat ze zeggen en hoe ze dat duidelijk.
Tekst & uitleg was a graduation piece for the Interfaculty Image & Sound of the Royal Conservatoire and Royal College of Art, The Hague. There was more sound than image. And text, which became sound and the other way around.
A conversation which had never occured resounded, a conversation between linguist Arie (Verhagen), translator Rokus (Hofstede) and writer Oscar (van den Boogaard).
They talked about how words make things while you hear them make things with words, and the relation between what they say and how they say it becomes apparent.
Maar dat zal wel beroepsdeformatie zijn. Nou, ja wel, wel als ik me een beetje inspan om te praten dat ik, ik begin, ik zat net te letten - kijk nu hou ik ook, nu onderbreek ik ook een zin om een andere te beginnen: ik zat net te luisteren naar jij, naar jou, en jij doet dat voortdurend. Een halve zin en je begint aan een volgende zin. En ik heb een soort beroepsethos waarbij je toch op z’n minst de zin tot de volgende punt moet, moet volhouden.
But I suppose that is an occupational disability. Well, yes, you see, in the case I make somewhat of an effort to talk then I, I start, I was just noticing—look, at this point I’m interrupting a sentence to start a new one: I was just listening to your, to you, and you do that all the time. Half a sentence done and you already start another one. And I, well I have some sort of professional ethics in which I should at least sustain the sentence until, well, until the next full stop.
0:02—Rokus:
en ik heb een soort beroepsethos waarbij je toch op z’n minst de zin tot de volgende punt moet, moet volhouden. ik heb echt het gevoel ik heb, ’t is de specfieke rol, het is de taak waar ik mij in herken, waar ik mij ook door aangesproken voel om een zin te maken die op zijn pootjes terecht komt, een zin te maken die, die de juiste spanningsboog heeft, die het goede ritme heeft, ’t is ’t—dat is een, een zin die, die, die die die zo prachtig op zijn pootjes neerkomt, met die alliteraties en die, en dat binnenrijm: die komt prachtig op zijn pootjes terecht, die heeft helemaal die, die die die, die… als ik zit te morrelen aan mijn zinnen, ploeteren om die zinnen—ja—knutselen aan zinnen dat is mijn—op, op geschreven zinnen, dat is eigenlijk mijn, mijn stiel en dat uh, dat wrikken aan zo'n zin is wat mijn, wat mijn… ja, mijn echte werk is en ook waar ik, waar ik me volledig in verliezen kan, maar dat—ja dat—je hoort wel aan mijn aarzelingen dat de me de woorden niet vanzelf op, opborrelen bij mij, maar—en er zijn wel mensen die vinden dat ik mij heel gekunsteld uitdruk af en toe—en ik heb het inderdaad soms lastig met gewoon babbelen, ik zit dan te, te zoeken naar woorden en ik ben, kan wel eens jaloers zijn op mensen die gewoon, ja, een eind weg kunnen lullen, en uh, voor de rest uh… ja eigenlijk uh ben ik nu al te ver gegaan: ‘aan het eind komt alles toch nog goed’, daar had ik beter kunnen stoppen.
I have some sort of professional ethics in which I should at least sustain the sentence until, well, until the next full stop. I really feel like, it’s the specific role, it’s the task I set myself of doing, that has an appeal for me, to make a sentence that lands on its feet, to make a sentence which, which has the right amount of suspense, which has the right rhythm, it is—that is a, a sentence that, that, that lands on its feet so beautifully, with those alliterations and that internal rhyme: it lands beautifully on its feet, it really has that, that, that… when I'm tinkering with my sentences, plodding away to get those sentences—yes—tinkering with sentences that is my—with, with written sentences, that in fact is my, my craft, and this, this wrenching with such a sentence is what constitutes my, my… yeah, my real job and it’s also the thing in which, in which I can get lost completely, but that—yes that—you can hear from my hesitations that the words don’, don’t bubble up spontaneously, but—and yes there are people who think I tend to express myself in a mannered fashion every now and again—and I sometimes find it hard to just prattle, I am, I can be be searching for words and I am, can be pretty jealous of people who just, you know, shoot the bull, and uhm, furthermore uhm… well actually I've gone too far now: 'all's well that ends well', that's where i should have stopped.
dat is interessant, dat is het enige wat me interesseert, al het andere interesseert me niet, intereseert me helemaal niet— ik vind ’t zo oninteressant, ik eeuh… dat interesseert me niet. maar, ik weet niet of dit een antwoord op jouw vraag is. ook hiervan heb ik niet ’t gevoel dat dit een antwoord op jouw vraag is. uhm. uhm waarom ik schrijf en wat ik wil vertellen en wat taal is en uhm wat samenwerking is, wat vriendschap is, wat uhm samen op de wereld zijn betekent; het zoeken en ’t willen en ’t ’t verlangen te begrijpen en het verlangen naar ’t oplossen van je eenzaamheid in ’t niet begrijpen van de wereld; waarom ik hier ben en wat de wereld betekent en hoe je je eigen eenzaamheid oplost en hoe je de ander wilt omarmen door hem iets duidelijk te maken; hoe je kijkt naar de wereld, hoe je alleen op de wereld bent gezet, hoe je in de loop van je leven een wereldbeeld vormt; hoe ik ooit ter wereld ben gekomen en en en en taal heb geleerd en hoe ik de taal heb gebruikt om geborgenheid in te vinden en om mezelf duidelijk te maken en me daar vervolgens weer van heb los proberen te maken omdat ik er niet in geloofde—wat vertaling eigenlijk is en en hoe dat een verhaal beïnvloedt of hoe dat iets beïnvloedt in jou. Ja. En… ja. Ja! Nee.
That is interesting, that is the only thing which I find interesting, everything else I don’t find interesting, not interesting at all—I find it be so very uninteresting, I uhm… I am not interested in that. But, I don’t know if this answers your question. This too doesn't feel like an answer to your question. Uhm, why I write and what it is I want to tell and what language is and uhm what cooperation is, what friendship is, what it uhm means to be on the world together; the searching the wanting and the desire to understand and the desire to transcend your loneliness in not understanding the world; why I am here and what the world means and how you can reach another person and how you transcend your own loneliness and how you want to embrace the other by making him understand; how you see the world, how you are brought into this world alone, how you shape a world view during the course of your life; how I once got born and learned language and how I used the language to find a sense of security and to make myself clear and how I subsequently tried to get away from that because I didn't believe in it—what translation is, and how that affects a story and how that affects something inside of you. Yes. And… yes. Yes! No.
Er staan stoelen in deze kamer. Ga je mee of ga je niet mee, blijf je hier of niet, ik wil dat jij iets van mij aanneemt, het is hier comfortabel genoeg, ga niet weg, nou we hebben nog wat, we kunnen nog wat genieten, we hebben, je hoeft ’t hoeft nog niet meteen aangevuld te worden we hoeven ook nog niet meteen weg, al dat soort dingen stel je voor je zit op zo'n euh terras. ’t zal hier wel aangenaam zijn, de kans dat ’t hier aangenamer is is groter dan dat ’t niet aangenaam is—dat is mijn punt, van d'r is, d'r is altijd iets wat je met iemand anders samen wilt of wat je van de ander op de een of andere manier, al is ’t nog tamelijk futiel, maar je wil iets gedaan krijgen, en hoe je daar de woorden, voor ’t retorische kant, voor die overtuigingskant kunt inzetten, als je dat weet, is mijn stelling, dán—en dan pas—ken je de betekenis.
eeuh… maar we spelen dit spelletje wel, eeuhm dus intrinsiek hadden we ’t ook anders, anders kunnen doen, maar we spelen dit spel wel hier omdat dit nou eenmaal de manier is waarop we de dingen dóen. ’t spelletje van rechts rijden, ’t spelletje van links rijden, ’t spel waarin je om ruimtelijke configuraties aan te geven—heh—omdat te doen in termen van noord en zuid, ’t spel van links en rechts—'t analytische spel: ’t inzicht dat ook wetenschap een conventioneel, door conventies geleid spel is… op zichzelf levert dat geen morele imperatief op: neem raad van een oude wijze man—belachelijk dat ik dat zou zeggen, maar dat is, ik vind dat zelf nog een restant van absolutisme.
There are chairs in this room. Will you come along or will you not come along, will you stay here or not, I want you to accept something from me, it’s plenty comfortable here, don’t go away, well we still have something, we can still enjoy something, we have, you don’t have to be immediately replenished we also don’t have to immediately leave, all these kinds of things, imagine in case you are in one of these uhm outdoor cafés. I guess it’s pleasant here, the chances of it being pleasant here are greater than the chances of it not being pleasant—that is my point, that there, there is always something which you want to do together with someone else or what you want to get done from someone else even if it’s rather insignificant, but you want to get something done, and how you put the words into action, for the rhetoric side, the persuasive side, when you know that, this is my proposition, then—and only then—then you know the meaning.
Uhm… but we do play this game, uhm intrinsically we could have done it different, differently, but we play this game here because that's just the way we do things. The game of driving on the right side, the game of driving on the left side, the game in which you, in order to distinguish spatial relations, make use of north and south, the game of left and right—the analytical game: the insight that also science is a conventional game, led by conventions… that in itself doesn't make for a moral imperative: if you want to take the advice of an old and wise man—ridiculous that I should say so, but that makes for a, I find that to be a remainder of absolutism.
Oscar: ja, ja, zo is het. ja, zo is het. ik kan het niet beter formuleren dan zo. Rokus: ‘ha het klopt’ ja. Arie: ja, dat denk ik, ja, ja, precies, ja—ja dat is het verhaal van de moedertaal, ja, precies, ja dat denk ik, ja, ja, ja…
Oscar: Yes, yes, that's how it is. Yes, that's how it is. I can't formulate it more fitting than this. Rokus: ‘Hey it’s correct’, yes. Arie: Yes, that's what I think, yes, yes, exactly, yes—yes that's the story of the mother tongue, yes, exactly, yes, yes, yes…
downloads: mp3 (16.7mb)
Werktitel: teksttext, 2006 |
Ben even wegperformance, 2006 |