A performance as part of the group-exhibion/play ‘ben even weg’ by Zeebelt theatre, futuring young artists reacting to the work of Bas Jan Ader.
‘en heel de klaagviool trilde: ijdelheid! and the whole plaintive viol trilled: vanity!’ deals with the rhetorics of sincerity and the vanity of safegaurding.
The text Eric utters while he runs around the hall is constructed from texts he has written about himself (artist’s statements, funding applications). It uses all the sentence parts used right before the use of the word ‘but’. Thus it consists solely of phrases Eric has used to cover himself from his own statements.
Een performance voor de groepstentoonstelling/-voorstelling ‘ben even weg’ van Theater Zeebelt. Met jonge kunstenaars die zich verhouden tot het werk van Bas Jan Ader, in een fabriekshal in Den Haag.
‘en heel de klaagviool trilde: ijdelheid! and the whole plaintive viol trilled: vanity!’ gaat over de retoriek van oprechtheid en de ijdelheid van indekken.
De tekst die Eric spreekt terwijl hij door de hal rent is samengesteld uit teksten die hij over zichzelf geschreven heeft: subsidieaanvragen, ‘artist’s statements’. Het gaat om alle zinsdelen die voor het woordje ‘maar’ gebruikt worden. De tekst bestaat dus enkel uit zinnen die Eric gebruikt heeft om zichzelf in te dekken tegen zijn eigen uitspraken.
Tekst & uitlegmixed media installation, 2006 |
dat wilde wout sonder genademixed media installation, 2006 |